Dorien van Iwaarden, Don Braun en Richard Schouten vertegenwoordigden de Spartaan bij de WK Gran Fondo in Aalborg op 1 september. Zij vertrokken met z’n drieën op 30 augustus met de auto naar Aalborg voor het evenement waar zij zich in Aachen (3Rides, Dorien) en in de Vogezen (Gran Fondo Vosges, Don & Richard) gekwalificeerd hebben. Na een voorspoedige reis installeerden zij zich in het door Dorien en Don geregelde huis in een ingeslapen havenstadje op ca. 30 km van Aalborg.
Richard: "Op zaterdag onze startnummers opgepikt en de aanvangs- en slotkilometers door de stad verkend. Een goed idee, want nu wisten we waar de rotondes zich bevonden en aan welke kant ze genomen moesten worden. En we hadden ook meteen inzicht in de locaties van het straatmeubilair, de staat van de stoepen en waar we de vernauwingen in het parcours konden verwachten."
Zondag waren de drie Spartanen op tijd vertrokken we naar de startlocatie, waar zij de auto op een steenworp van de start kwijt konden. De start van Don (heren 19-34 jaar) was om 9 uur, die van Richard om 9.25 uur (heren 55-59 jaar) en die van Dorien (dames 19-34 jaar) weer 5 minuten later. Reeds vóór achten stonden zij klaar in de startvakken. Onderstaand een verslag van onze drie deelnemers.
Richard:
"Tegen achten het vak ingeschoven en meteen aan de babbel met een kerel uit Rotterdam die bij Ahoy rijdt, vooraan het vak maakte mooie Mario zijn opwachting. Uiteraard hoefde hij het vak nog niet in, maar stond ernaast om met Jan en alleman op de foto te gaan. Lachen! Met Cippolini in het vak gestaan!
De koers ging klokslags 9.25 uur van start, het gas ging direct goed op de lollie. Ik hou niet van dat gedrang om posities in grote groepen en al helemaal niet met koude benen. Dus ik zak wat af naar achter. Als we de stad uit zijn is de groep nog bijeen maar op de eerste heuvels breekt het al. Ik zit te ver van achteren als het breekt en rijd naar een klein groepje dat voor me rijdt. Dit groepje wordt al snel groter met renners die we inhalen en met renners die aansluiten van achteruit.
In deze mongolenwaaier zijn een paar gasten die hard rijden en die constant van voren zitten en er een goed tempo in houden. Maar wij zouden harder kunnen gaan, beseffen een aantal: een Italiaan, een Duitser, een Belg, ondergetekende. We proberen een treintje op te zetten of anderszins iets van samenwerking. Dit blijkt kánsloos! Om de haverklap neemt er iemand verschroeiend over waarna het elleboogje volgt ten teken dat er overgenomen moet worden, maar ja, dat gaat niet als je net bent gedemarreerd en iedereen op apegapen ligt om erbij te blijven. Of: er wordt mee geschoven in het treintje tot plek 2, of 3, 4, 5, maar daarna worden de benen stilgehouden: weg samenwerking…. Ook: na een beurt je uit laten zakken naar achter blijkt ook lastig, ze blijven te ver van voren waardoor ze na 1 of 2 andere beurten weer een kopbeurt maar dat doen we natuurlijk niet, want we komen net van kop af met zure stokken.
Ik probeer af en toe mensen zover te krijgen om mee te draaien met het bekende draaiende vingertje maar het is allemaal tevergeefs. Heel af en toe lijkt het te werken, maar dan is er altijd weer iemand die de samenwerking frustreert. Af en toe probeer ik het, en als ik na een paar kilometer afhaak wegens de kansloosheid van de missie in zie, kan ik lekker in de buik mee gaan rijden. Gaat net zo hard, kost nauwelijks energie. Hier is echter geen hol aan, dus dan maar weer naar voren. Tot grote hilariteit van de Italiaan in de groep maak ik stampij met een Deen die op plek vijf z’n benen weer eens stil houdt. Een Nederlander die uit is gezakt van de startgroep voor me vind het ook erg komisch en relativeert de hele situatie… herrie maken in de mongelenwaaier, waarom? En zo gaat het door tot 100 km.
Dan besluit ik dat ik gewoon van voren wil zitten en ga lekker buffelen op kop, plezier maken. Kan mij het schelen dat het nergens toe leidt…Er zijn er meer op hetzelfde lumineuze idee gekomen. Met dit groepje gaan we ‘koers’ maken. Eén van hen is Steve, een Engelsman die steeds demarreert en zich weer uit laat zakken. Tactisch gezien niet heel handig, maar hij vind het leuk zo (just testing…). Op een gegeven moment spring ik samen met hem in het wiel van een Fransman die weg wil rijden. We maken een kans om weg te komen. Ware het niet dat die Franse renner ons op 't kantje zet. Hahaha. Het maakt ook allemaal niet uit, het is een WK, iedereen rijdt voor zichzelf, we rijden in de mongolenwaaier en je kan er maar beter iets leuks van maken en dat doen we dan ook.
Op kop sleurend rijden we de stad in. Hier stroop het weer op en kom ik verder van achteren te zitten. Geen probleem: er is een pukkeltje in de stad. Hier schuif ik easy peasy naar voren. Tot aan de één na laatste bocht rij ik op kop door de stad (no way dat ik anoniem in de groep in het oranje de stad in rij!). De laatste paar honderd meter komt er weer het één en ander over me heen, prima. Uiteindelijk finish ik in het midden van de groep als 134e van de 194 55+ers. Helemaal goed.
Ik heb echt genoten van een koers van 153 kilometers met een kleine 200 leeftijdsgenoten. Lekker op kop gebeuld, gelachen, gescholden. Me verbaasd over het onvermogen om samen te werken, me er ook over vermaakt, af en toe een potje geiten met andere renners. Nog naast een Mongool (Mongolia) gereden, wanneer maak je dát nou mee?
Ook nog nooit zoveel mensen in de berm zien liggen bij, of wachtend op een ambulance. Zelf geen valpartijen gezien gelukkig. Behalve vroeg in de koers, in de stad nog, wel in mijn ooghoeken een kader door de lucht zien vliegen en het krakend ter aarde horen storten. Even daarvoor zag ik de betreffende renner stoepje op stoepje af gaan op een heel breed stuk van de weg. Ik neem aan dat ‘ie op wilde schuiven naar voren. Niet helemaal gelukt geloof ik.
Na de finish even kort napraten met een Engelsman, een Zweed en een Braziliaan tot we weg worden gedirigeerd en op zoek naar Don die me nabij de meet aanmoedigde en om Dorien aan te moedigen in haar laatste meters.
Ik vond het echt een prachtervaring, had het niet willen missen: de reis en verblijf met Dorien en Don, de koers, het fietsen in het Deense platteland, maar ook de terugreis in de trein. Nu op naar het WK gravel in Halle/Leuven."
Don:
"Na gekwalificeerd te zijn in het middengebergte was het in Aalborg andere koek. 150km, relatief vlak, en maar een aantal kleine heuveltjes. Vanaf de start was het direct volle bak, met het hol open. Veel valpartijen en nervositeit alom.
De eerste 8 km gingen we met mijn startgroep, 400+ man, als een dolle door de stad om vervolgens uit de bewoonde wereld te trekken. Een dag van te voren werd mij al ingeseind dat we na 23 km van een brede rechte baan scherp rechts moesten, een flessenhals hals in, heuvel op en wind op de kant, en dat gebeurde… Ware het niet dat er in deze bocht wederom een behoorlijke groep renners tegen de vlakte ging. Gelukkig kon ik via de graskant er omheen.
Het voorste deel van het startvak was gevlogen. Niet dat ik anders wel mee had gekund, maar zo had ik een goed excuus. Vervolgens was het een kleine 4 uur koers. De zogenaamde “polderstoempers’ waren in het voordeel. Bij de korte, Vlaanderenachtige, beklimmingen was het voor mij dan ook met man en macht overleven tegen de grote sterke leeftijdsgenoten die op de macht staand naar boven knalde. En op het vlakke idem dito.
Pas toen er een beklimmingen van langer dan 500 m aankwam kwam het moraal weer terug. Daar kon ik in mijn groep wel het verschil maken. Helaas waren deze beklimmingen schaars. Op een gegeven moment kwamen de snelle mannen van de leeftijdscategorieën achter mij ons voorbij. Even aangehaakt en vervolgens weer een mooie groep gevormd.
Eenmaal terug richting de start was het parcours hetzelfde als stad uit in de ochtend, maar dan tegenovergesteld. Dus het terrein was bekend en ik wist dat het dringen werd. Vanaf 8 km van de meet niet meer overnemen, linkeballen hier en daar en wat toneelspel. Ik wist namelijk dat er nog één korte heuvel aankwam op een paar honderd meter voor de finish.
Eenmaal de heuvel in het zicht was het nog één alles of niets poging om de koers gedachte hoog te houden. Vanaf achterin de groep viel ik aan en kwam als eerste boven. Ik had een gaatje op de groep, al probeerde iemand in de laatste 200m voor de laatste haakse bocht naar de finish mij nog in te halen. Deze kon ik vakkundig dichtzetten door mijn lijn te houden en de laatste bocht aan te snijden. Klein sprintje naar de finish, en dan toch op de finish nog voorbij gesprint worden voor een Deen.
Mooie dag, deed veel pijn, afzien en genieten. Daarna hebben wij nagenoten in Ierse pub."
Dorien:
"Na afgelopen voorjaar en zomer meerdere Gran Fondo’s te hebben gereden waarbij de vrouwen en mannen gezamenlijk in een startvak stonden, was het nu eindelijk tijd voor een startvak met alleen maar vrouwen (twee categorieën 19-34 & 35-39 jaar). En ik moet zeggen, dat beviel mij wel. Een hele gemoedelijke sfeer in het startvak, waarbij ik al direct gezellig aan de praat raakte met 3 andere Nederlandse dames. In totaal was het startvak zo’n 125 dames groot, waarvan 75 in mijn categorie.
Dertig minuten na het eerste startschot, mochten wij om 9.30 uur dan ook eindelijk van start. In tegenstelling tot de gemoedelijkheid in het startvak, was het direct na het startschot koers! Op het eerste deel van het parcours door de stad was het aan mij om mijn plek vooraan in de groep goed te blijven handhaven, wat bewonderingswaardig goed ging.
Na zo’n 10 kilometer gingen we het buitengebied in en merkte ik al snel dat het koersen met vrouwen er toch wel heel anders aan toe gaat. Op de klimmetjes werd er echt wel behoorlijk doorgetrokken, wat voor sommige dames te zwaar was, maar tussendoor viel het toch ook vaak stil waardoor je de benen weer even kon laten rusten. Ook het nemen van bochten was niet iedereen zijn kwaliteit merkte ik al snel, dus goed positioneren was erg belangrijk.
De koers ging door, klimmetje op, klimmetje af, het peloton werd steeds wat kleiner. Echt heel zwaar hadden de benen het niet, maar het gefocust blijven en zorgen dat ik vooraan in de groep bleef, kostte mij veel energie. Soms probeerde iemand te ontsnappen maar dit waren allemaal wanhoopspogingen die tot niks uitliepen. Het parcours was hier voor de dames helaas niet selectief genoeg voor.
Het einde van de koers naderde en we waren nog met een peloton van zo’n 50 man. Iedereen in de groep kreeg het gevoel dat ze wel eens zouden kunnen gaan winnen, en zo dacht ik ook. Hoe dichter we richting Aalborg reden, hoe zenuwachtiger het werd. Mensen die je de hele dag voorin nog niet had gezien, kwamen nu ineens naar voren dringen.
Het zenuwachtig koersen leidde 3km voor de finish helaas tot een grote valpartij. Mijn buurvouw links en rechts vielen beide half tegen mij aan, maar ik kon uitklikken en mijzelf gelukkig overeind houden. Helaas was dit wel het moment dat de voorkant van het peloton door kon rijden, waardoor ik helaas niet mee kon doen aan de eindsprint. Met een klein clubje de laatste paar kilometer nog gestreden en uiteindelijk als 30ste over de finishlijn gekomen. Telt de 3km regel niet bij dit soort koersen? 😉
Gelukkig ben ik heel gebleven en kan ik terugkijken op een hele mooie dag op de fiets waar ik met trots op kan terugkijken. Toch wel heel vet om een keer voorin koers mee te rijden!"